Dag 11: Puerto Pirámides

11 november 2015 - Puerto Pirámides, Argentinië

Gisteravond hebben we nog in het restaurant gevraagd hoe laat ongeveer de excursies voor walvis spotten beginnen. Ze dachten om 09.00 uur. Dus besluiten we om op tijd op te staan. Deze keer hebben we een eigen ontbijt moeten regelen. En ja, weer toast met jam.

Wij zijn vroeg in het dorp, te vroeg zelfs. Gelukkig is het vvv-kantoor open en daar gaan we even informatie inwinnen over het schiereiland en de excursies. De aanbieders gaan rond 09.30 uur open. En er zitten er vijf binnen 20 meter. Dus moet dat wel lukken. Tevens wordt ons verteld dat bij hoogtij het mogelijk is dat de orca’s aan wal komen om de zeeleeuwen te vangen. Hoogtij is om 09.30 uur en 21.30 uur. Eerst is al geweest en de laatste, tja ik heb geen nachtvisie. Dus helaas houdt het voor deze keer op. Wie weet is er toch een orca zo stoer om het eerder te proberen…..

We boeken onze walvistocht bij Bottazu. Eerst is het nog rustig en dan komt er een grote bus vol bejaarden aanrijden. Als die maar niet met ons mee gaan. En uiteraard wel dus. Bij het kantoor worden de reddingsvesten aangetrokken en lopen we met z’n alleen over het strand naar de boot. Wij lopen iets sneller (niet verwonderlijk aangezien het bejaarden zijn), om zo een goed plekje te kunnen bemachtigen. Overigens heb ik niets tegen bejaarden, maar wel van die toeristische bejaarden die alleen maar ergens heen gaan zodat ze dat van hun lijstje af kunnen strepen. Die dus een excursie doen (lees walvis spotten) en dan de hele tijd op de boot met elkaar een beetje zitten te kletsen en meer dus ook echt niet. Beetje jammer zullen we maar zeggen.

We worden door een tractor het water in geduwd. Ze kennen namelijk geen haven in het dorpje. Zodra we varen, gaat elke boot (er zijn ongeveer 7 boten te water gelaten) ieder zijn eigen kant op. Dat voelt fijn. Geen massatoerisme om een walvis heen. Voor de tijd van het jaar hebben we nog geluk. De mannetjes en single vrouwtjes (ook geen moeder) zijn al verder gezwommen richting het zuiden van Argentinië. De moeders met kind blijven nog eventjes langer hangen, in december vertrekken ook zij. Er wordt verteld dat er jaarlijks ongeveer 1300 walvissen langs komen.

En dan zien we een kleintje! Moeder is op dat moment nog onder water. Er worden veel foto’s gemaakt en af en toe een video. Uiteraard (zo blijkt thuis) ook genoeg foto’s met alleen water. De kleine walvis is al groot genoeg om niet volledig in beeld te passen. Daarbij komt ook nog dat er maar een klein gedeelte boven water uitsteekt.

Na een poosje varen we verder, op zoek naar een andere walvis. Deze keer komen we ook de moeder tegen. Wat een groot verschil tussen beide. Niet voor te stellen dat de kleine ook zo groot gaat worden. We zien nog enkele walvissen en dan wordt het al weer tijd om terug te gaan.

Voordat we verder het eiland gaan verkennen, drinken we eerst nog even wat. Op een terrasje met uitzicht op de zee met het strand. De volgende lading toeristen loopt naar de boten voor walvistocht en enkele mensen wagen het in het water. En reden genoeg, het is warm zat. Op het strand staat een man verschillende oefeningen te doen (bejaard, dus respect!). Een ruime drie kwartier later gaan we op pad en de man is nog steeds bezig!

Na ongeveer 2 kilometer veranderd de weg van asfalt in zand, grind en stenen. En veel stof dus. Gelijk de airco zo ingesteld dat deze de huidige lucht circuleert, voordat we weer flink stof happen. Het idee is om een heel rondje over het eiland te doen. En op zich moet dat niet zo’n probleem zijn, zo groot is het eiland niet. Het blijkt wel dat door de soort weg, je minder hard kunt rijden dan je wellicht zou willen.

Vrij snel komen we enkele gieren tegen. We kunnen niet zien waarom ze er zijn, hun prooi zal wel netjes opgeruimd zijn. Na een klein poosje rijden zien we een kudde schapen en er staan enkele guanaco’s bij. Een guanaco is een wilde lama en komt voornamelijk in Argentinië voor. Een dikke vacht en dat begrijp ik wel met al die wind hier. Een fotosessie later rijden we weer verder. Een paar kilometer verder staat er weer een kudde guanaco’s. Die gaan we nog vaker zien.

Af en toe schiet er een hoentje (Elegant Crested-Tinamou) de weg over. Schichtig rent deze de struiken in. Gelukkig lukt het om foto’s te maken. Later zal blijken dat ze ongeveer om de kilometer wel te vinden zijn aan de kant van de weg.

We besluiten om onderweg even te stoppen en een boterham te eten. Enkele waren al gesmeerd, maar we durfden degene met jam niet vooraf te smeren. Dat trekt dan zo je boterham in, ondanks de boter en krijg je zo’n klef geval. Dus hadden we besloten om de jam mee te nemen. Nou, met ongeveer 30 graden kun je vast raden in welke status de jam verkeerde toen we de pot openmaakte. De jam hebben we maar over de boterhammen heen geschonken. En ze waren nog zeer smakelijk!

Aangekomen op punto Norte, worden we verwelkomt door vele kleine musjes. Die dus te veel voedsel krijgen van de toeristen; een verstandige mus blijft bij ons uit de buurt zullen we maar zeggen. Toch zijn ze best lief. We gaan kijken naar de zeeleeuwen. Hopelijk zien we enkele orca’s? Door het laag tij (dus nee, geen orca’s), is een stuk land vrij komen te liggen. Deze kleurt heel mooi groen. Het water zelf is helder blauw. Een zeer mooi gezicht. Zeker als er enkele witte meeuwen afsteken ten opzichte van deze kleuren. Schitterend gewoon!! Terwijl we teruglopen naar de auto, komt er ineens een armadillo aan wandelen. Wat een schattig.

We rijden verder naar Punta Cantor. Komen eerst nog langs Caleta Valdés, ook een plaats waar orca’s kunnen komen. Maar uiteraard nog steeds laag tij. Langzaamaan accepteren we maar dat we dit jaar geen orca’s op vakantie zullen zien. Wel zien we nog meer zeeleeuwen en enkele pinguïns. Wat blijven dat toch grappige diertjes. In een modderpoel liggen nog een paar zeeolifanten te luieren. Eentje blijft maar geluid maken, van dat zuchtend-ik-lig-hier-zeer-tevreden-te-weze-maar-mag-ik-een-cocktail-astjeblief-en-snel-graag-een-beetje-geluid. Ik zou er bijna naast gaan liggen.

We rijden terug richting ons appartement. Er volgen nog verschillende dieren: Rhea (struisvogel van Argentinië), grote hazen en enkele mara’s. Een mara wordt ook wel de Patagonische haas genoemd. Maar heeft meer weg van een kruising tussen een haas en prairiehond. Het blijkt gewoon familie van de cavia te zijn. Grappig weetje: het vrouwtje loopt altijd voorop, het mannetje houdt de omgeving in de gaten en houdt de roofdieren en andere vrijgezelle mannetjes op afstand.

De zon gaat langzaamaan onder. Het rijden wordt daardoor wat lastigere. Laagstaande zon en veel wilde dieren die over kunnen steken. Dominique gaat wat langzamer rijden en met zes ogen wordt de omgeving afgespeurd op onverwachte overstekende dieren. Rond 20.00 uur zijn we terug in het appartement. Omdat we allemaal moe zijn, en het restaurant waar we wilden gaan eten gesloten is, gaan we naar hetzelfde restaurant als gisteren. De serveerster komt gewoon bij ons aan tafel zitten als de bestelling opgenomen wordt. Zoals zij zegt: “we zijn nu praktisch familie”. 

Foto’s